Remco Campert
- Tot Zoens 4
Met zijn vrije hand rommelde hij in zijn kistje en bracht een zool te voorschijn die eruitzag als een grote plak drop. Voor ik kon bedenken wat 'Nee, niet doen, meneer' in het Spaans was, begon hij die zool vast te timmeren op de onderkant van de nog maar kort geleden in gebruik genomen schoen. Ook de andere schoen werd in een bliksemactie opgelapt. Al na twee dagen gingen de overbodige nieuwe zolen los zitten, zodat ik me hol flappend door de stad bewoog, als een pinguïn met loshangende voeten.
Remco Campert
- Tot Zoens 3
Hoofdschuddend tikte hij met zijn vinger op een kreukeltje in het bovenleer van mijn schoen. Daarna bestudeerde hij de onderkant van mijn schoenen en maakte meewarige geluiden. Wat hij daar aantrof scheen ook niet veel soeps te zijn. Op dat moment was ik verloren. Ik maakte nog een gebaar van niets aan te doen, zo is het leven, alles kreukelt eens, toen zijn gezicht begon te stralen en hij mijn been in een houdgreep nam en op zijn geweldige dij sleurde, zodat ik bijna van mijn stoeltje gleed.
Remco Campert
- Tot Zoens 2
Ik ging op een terras zitten en na mijn toestemmend knikje hurkte een slaaf aan mijn voeten en begon te smeren, te borstelen en te poetsen aan mijn spiksplinternieuwe, een paar dagen tevoren in Amsterdam gekochte schoenen. 'Mooie schoenen', zei hij na een poosje. 'Si,' antwoordde ik in smetteloos Spaans. 'Italiaanse schoenen?', vroeg hij. 'Italiaanse schoenen', bevestigde ik. Verder wist ik niks. Plotseling betrok het gezicht van de schoenpoetser en staakte hij zijn bezigheden.
Remco Campert
- Tot Zoens 1
Op de Ramblas, onderaan, dicht bij het beeld van Columbus, staan de schoenpoetsers van Barcelona; slordige vrijbuiterige mannen die beschuldigend wijzen naar je schoeisel en er met zware, gebarsten stemmen op aandringen dat je, voor het te laat is, je schoenen laat reinigen. Uit natuurlijke schroom liep ik de eerste dagen van mijn verblijf met een boogje om hen heen of wendde grote haast voor, maar er kwam een dag waarop ik om van het gezeur af te zijn besloot om op zo'n offerte in te gaan.
Margreet Dolman
- Chatslet doet aan cybersex
Ik sta op en voel me vanaf het eerste moment in een agressieve stemming. Hoe komt dat toch? Ik had eerder op willen staan dan ik opgestaan ben. Ik heb door de wekkerradio heen geslapen. Waarom draaien ze ook van die saaie muziek? Het is nu bijna elf uur, de ochtend is al haast voorbij. Ik heb zin in ruzie, schelden en smijten. Waar is mijn ochtendjas? Ik loop zonder kleren naar de keuken, doe de kast open en er is geen muesli. Iets anders? Ik heb nergens zin in. Zal ik gaan chatten?
Paul Biegel
- Het eiland daarginds
Zijn vader was de vuurtorenwachter van het dorp en daarom werd Keesje door iedereen Hoog-Keesje genoemd. Want de vuurtoren was hoog en van rode baksteen, en Keesje stond daar wel eens bovenop als hij met zijn vader mee mocht. 'En wat je daarvandaan allemaal ziet, jongens, dat geloof je niet,' vertelde hij altijd. 'De dominee kijk je zo in z'n bed en bij Hannema hangt een oude fiets in de schoorsteen. Nog uit de oorlog.'.
Roald Dahl
- Ooit en te mimmer 37
Het was zeker dat het vliegen en vechten op grote hoogte en de voortdurende snelle beweging door de lucht bij de piloten leidde tot een uiterst bewustzijn en een extreme gevoeligheid. Het minste stootje, de enkele zweem van een gerucht kon hen uit hun evenwicht brengen. Ze lieten daar niets van merken; een vreemde zou niets vermoeden, maar als je een van hen was en in hun gezelschap, dan wist je het.
Roald Dahl
- Ooit en te mimmer 36
Dit alles kwam niet enkel door het simpele feit dat ze een gevaarlijke strijd uitvochten tegen een superieure vijand. Het lag iets ingewikkelder en subtieler. Het had te maken met het vliegen zelf, met vliegen om te vechten, het van de grond loskomen en weggaan van de natuurlijke omgeving, met alleen zijn hoog in de lucht, met reizen met hoge snelheden, en met je zo snel verplaatsen dat soms de tijd zelf niet meer leek te bestaan en de ruimte iets kleins en meetbaars werd.
Roald Dahl
- Ooit en te mimmer 35
In de dagen van de Slag om Engeland waren de piloten niet in hun normale doen. Ze waren overgevoelig, onrustig, en geprikkeld bij het minste of geringste. Ze waren snel in hun bewegingen en ogen leken nooit stil te staan. Ze vertoonden alle kenmerken van kleine, in het wild levende dieren die voortdurend leven onder de dreiging te worden besprongen door andere, grotere dieren: vlugge, schichtige bewegingen, heen en weer flitsende ogen en een luisterende blik.
Roald Dahl
- Ooit en te mimmer 28
Als je vanuit Londen naar het zuiden rijdt, voorbij de rand van de stad en haar treurige voorsteden, kom je bij een rijke groene landstreek en dat is het graafschap Kent. En als je de hoofdweg volgt die van Londen naar Dover loopt, zul je zien dat ergens aan de rechterkant een groepje van vier voorname drooghuizen staat, dicht op elkaar en in een rij, als de korte stompe vingers van een mannenhand. Een eindje verderop komt een afslag naar rechts, een slecht onderhouden hobbelweggetje.
Roald Dahl
- Ooit en te nimmer 1
Hij zat rechtop in de cockpit, heel gespannen nu en alert; niet met zijn handen bestuurde hij het vliegtuig, maar met zijn vingertoppen, en de Spitfire was geen Spitfire maar een onderdeel van zijn eigen lichaam. De spieren van zijn armen en zijn benen zaten in de vleugels en in de staart van het toestel, en hij was het, niet het vliegtuig, dat zwaaide en zwenkte, dook en klom, want het karkas van de Spitfire was het lichaam van de piloot; tussen het een en ander bestond geen verschil.
Pierre Sansot
- Flaneren
Flaneren is niet de tijd opschorten maar zich eraan aanpassen zonder dat hij ons opjaagt. Het houdt in dat we beschikbaar zijn en uiteindelijk dat we de wereld niet meer aan onze wil willen onderwerpen. Over de goederen laten we onze blik dwalen zonder per se het verlangen te koesteren ze te kopen. De gezichten bekijken we onopvallend en we proberen niet de aandacht van de mensen te trekken. Vrijuit, langzaam lopen in een gehaaste stad, slechts waarde hechten aan het wonder van het moment zelf.
Paulo Coelho
- De pelgrimstocht naar Santiago
Als je reist, voel je je herboren. Je belandt in totaal nieuwe situaties, de dagen gaan veel langzamer voorbij en meestal versta je de taal die de mensen spreken niet. Precies zoals een kind dat net uit de moederschoot is gekomen. Daardoor hecht je veel meer belang aan de dingen die je omringen, want daar hangt je eigen overleving van af. Je stelt je opener tegenover mensen op en je verwelkomt kleine gunsten met grote vreugde, alsof het gebeurtenissen zijn die je voor altijd moet onthouden.
Leonie Kooiker
- Het malle ding van Bobbistiek
Bobbie hield ervan een toverdrank te maken, waardoor hij iemand in een muis of een kikker kon veranderen. Hij gebruikte daarvoor de beker op zijn wastafel. Daar deed hij tandpasta in, een beetje inkt en blaadjes van een vreemd plantje. Dat moest dan drie dagen op de verwarming blijven staan en tenslotte deed hij er nog wat thee bij. Als het klaar was, zag het er griezelig uit. Niemand zou het ooit durven opdrinken, waardoor er gelukkig ook nooit iemand in muis of kikker veranderd is.
Richard Bach
- Jonathan Livingston Zeemeeuw 2
De meeste zeemeeuwen geven zich geen moeite om meer te leren dan gewoon maar vliegen - van de kust naar zee om te eten en dan weer terug. Voor de meeste meeuwen betekent vliegen hetzelfde als eten. Maar voor deze meeuw was vliegen het belangrijkst, belangrijker dan eten. Meer dan van wat ook ter wereld hield Jonathan Livingston Zeemeeuw van vliegen.
Richard Bach
- Jonathan Livingston Zeemeeuw 1
Iedereen weet dat zeemeeuwen nooit een fout maken, nooit hun snelheid kwijtraken. Zo traag worden dat je valt is voor een meeuw iets lelijks, het is onwaardig. Maar Jonathan Livingston Zeemeeuw boog zijn vleugels opnieuw in die onhoudbaar moeilijke stand, vloog langzamer, langzamer - tuimelde opnieuw naar beneden, schaamteloos, en opnieuw - hij was geen gewone vogel.
Maarten 't Hart
- De nagapers 2
Het was vol in de trein. Op het balkon had ik een leeg klapstoeltje gevonden. Omdat de dame het hondje droeg - toch altijd een heel gewicht, ook al is zo'n dier klein - bood ik haar mijn zitplaats aan. De man van het echtpaar zei: 'Ach, we gaan er in Zuid weer uit, blijft u rustig zitten.' de conducteur verscheen. De man van het echtpaar haalde een strippenkaart te voorschijn. 'Ik heb voor drie gestempeld,' zei hij. 'Reist die hond dan ook op een strippenkaart?' vroeg de conducteur.
Hans Dorrestijn
- Op mijn sloffen 4
Eindelijk bereikte ik de tabakswinkel, deed mijn bestelling en holde minachtend nagekeken terug naar huis. Thuisgekomen nam ik mij voor te stoppen met roken. Ik schopte de pantoffels uit, gaf ze nog een trap na en trok het kortelings aangeschafte paar western-laarzen aan. Hiermee ging ik stampend op de plavuizen heen en weer marcheren waarbij ik een soldatenlied zong. Telkens als ik langs de spiegel kwam, stond ik stil en salueerde, maar de hoge officier in de spiegel groette niet terug.
Hans Dorrestijn
- Op mijn sloffen 3
Ik moest en ik zou shag hebben. Al sloffend drong de draagwijdte van het woord pantoffelheld in al zijn geringschatting tot mij door. Voor het eerst in mijn leven werd ik mij bewust van al het prachtige schoeisel dat iedereen aan de voeten heeft: glimmende schoenen, sportschoenen, boots, pumps, instappers. Ik zag zelfs iemand die ik hevig benijdde om zijn sandalen. En allemaal stapten ze zelfverzekerd rond terwijl ik mij op mijn linker- en rechtermuis slapjes voortbewoog.
Hans Dorrestijn
- Op mijn sloffen 2
Iedereen had het meteen in de gaten: 'Die kerel loopt op zijn pantoffels! Op de openbare weg, wat mankeert hem.' Ik liep voor schut op de sloffen die ik met sinterklaas van mijn dochtertje had gekregen en die we allebei zo grappig hadden gevonden. Maar in de drukke straat was het veel minder lollig: pantoffels met echte oortjes en snorharen en kraaloogjes. Mijn manier van voortbewegen werd bijzonder slepend en dit trok natuurlijk nog meer aandacht. Maar er was geen weg meer terug.