Hendrik Groen
- Pogingen iets van het leven te maken 6
Als ik voor het einde van het jaar doodga, is dat overmacht. In dat geval zal ik mijn vriend Evert Duiker vragen om op mijn begrafenis een kleine bloemlezing te houden uit mijn dagboek. Als ik opgebaard lig in de kleine zaal van crematorium 'De Einder', netjes gewassen en gestreken, zal de ongemakkelijke stilte doorbroken worden door de raspende stem van Evert die enkele aardige passages zal voorlezen aan het onthutste publiek.
Hendrik Groen
- Pogingen iets van het leven te maken 5
Ik word nog depressief van mezelf, dacht ik. Toen heb ik het besluit genomen om ook iets van de ware Hendrik Groen te laten horen: precies een jaar lang zal ik mijn ongecensureerde kijk geven op het leven in een bejaardenhuis in Amsterdam Noord.
Hendrik Groen
- Pogingen iets van het leven te maken 4
In plaats van nog harder te lachen, mompelde ik excuses. Ik, Hendrikus Gerardus Groen, ben namelijk altijd correct, innemend, vriendelijk, beleefd en behulpzaam. Niet omdat ik dat ook allemaal ben maar omdat ik niets anders durf te zijn. Zelden zeg ik wat ik zeggen wil. Altijd kies ik voor de veilige weg. Mijn specialiteit: het sparen van zowel de kool als de geit. Mijn ouders hadden een vooruitziende blik toen ze mij Hendrik noemden: veel braver zul je ze niet snel tegen komen.
Hendrik Groen
- Pogingen iets van het leven te maken 3
Toen mevrouw Voorthuizen opstond plakten er drie appelflappen aan haar bloemetjesjurk. 'Ze passen mooi bij het motiefje,' zei Evert. Ik stikte haast van het lachen. Dit prachtige begin van het nieuwe jaar had moeten leiden tot algemene hilariteit maar gaf, in plaats daarvan, aanleiding tot drie kwartier gezemel over de schuldvraag. Ik werd van verschillende kanten boos aangekeken vanwege het feit dat ik het blijkbaar grappig had gevonden. En ik, ik mompelde excuses.
Hendrik Groen
- Pogingen iets van het leven te maken 2
Woensdag 2 januari 2013. Er was royaal met poedersuiker gemorst. Om de tafel beter af te kunnen nemen met een vaatdoekje, zette mevrouw Smit de schaal met appelflappen even op een stoel. Mevrouw Voorthuizen kwam aanlopen en ging met haar enorme reet midden in de schaal met flappen zitten zonder het zelfs maar te merken. Pas toen mevrouw Smit de schaal ging zoeken om hem terug te zetten kwam iemand op het idee om onder mevrouw Voorthuizen te kijken.
Hendrik Groen
- Pogingen iets van het leven te maken 1
Dinsdag 1 januari 2013. Ik hou ook het komende jaar niet van bejaarden. Dat geschuifel achter die rollators, dat misplaatste ongeduld, dat eeuwige klagen, die koekjes bij de thee, dat zuchten en steunen. Ik ben zelf 83 en een kwart jaar.
Dimitri Verhulst
- De helaasheid der dingen 1
Het startschot werd gegeven om tien uur 's ochtends, het uur waarop onze postbodes reeds van hun fiets vielen. En het verloop had iets van een echte wielerwedstrijd. Iedereen keuvelde in de aanvang van de strijd gezellig met elkaar tijdens het drinken van een glas, in de steeds dichtere mist van sigarettenrook, begreep dat het nog lang was, en verborg zich in het pak.
Kees van Kooten
- Een koffer met poep 3
Wat ik 's nachts had aangezien voor een verlaten parkeerterrein langs de Maas, bleek 's ochtends een bedrijvig emplacement van de Cockerill-fabrieken, maar ik moet zeggen - dat heeft wel iets, zo volgas in je pyjama.
Kees van Kooten
- Een koffer met poep 2
En nu maar zalig Gaan en Staan waar u Wilt! geilde de folder. De van huis uit wat schichtige Gipsy in mij had het in het begin knap moeilijk met deze nieuwe Vrijheid; de eerste avond tot onder Luik geraakt en in het aardedonker zomaar ergens geparkeerd (huilende kinderen waar het strand nou bleef, de hond aan de dunne, B. wagenziek en zelf brandend maagzuur) moesten we de volgende morgen tegen vijven halsoverkop vertrekken om niet verpletterd te worden door een aandenderend goederentreintje.
Kees van Kooten
- Een koffer met poep 1
Omdat niemand de hond en de kinderen wou hebben met onze vakantie, hebben B. en ik voor twee weken zo'n moderne Kampeerbus gehuurd waar alles dan in godsnaam maar in mee moest, plus de stapel leesboeken die het hele jaar was blijven liggen, voor 's avonds voor lekker te lezen aan de praktiese vouwtafel wanneer de kinderen, moegetekend, heerlijk zouden slapen in de 'grappige bult' boven de cabine.
Remco Campert
- Tot Zoens 4
Met zijn vrije hand rommelde hij in zijn kistje en bracht een zool te voorschijn die eruitzag als een grote plak drop. Voor ik kon bedenken wat 'Nee, niet doen, meneer' in het Spaans was, begon hij die zool vast te timmeren op de onderkant van de nog maar kort geleden in gebruik genomen schoen. Ook de andere schoen werd in een bliksemactie opgelapt. Al na twee dagen gingen de overbodige nieuwe zolen los zitten, zodat ik me hol flappend door de stad bewoog, als een pinguïn met loshangende voeten.
Remco Campert
- Tot Zoens 3
Hoofdschuddend tikte hij met zijn vinger op een kreukeltje in het bovenleer van mijn schoen. Daarna bestudeerde hij de onderkant van mijn schoenen en maakte meewarige geluiden. Wat hij daar aantrof scheen ook niet veel soeps te zijn. Op dat moment was ik verloren. Ik maakte nog een gebaar van niets aan te doen, zo is het leven, alles kreukelt eens, toen zijn gezicht begon te stralen en hij mijn been in een houdgreep nam en op zijn geweldige dij sleurde, zodat ik bijna van mijn stoeltje gleed.
Remco Campert
- Tot Zoens 2
Ik ging op een terras zitten en na mijn toestemmend knikje hurkte een slaaf aan mijn voeten en begon te smeren, te borstelen en te poetsen aan mijn spiksplinternieuwe, een paar dagen tevoren in Amsterdam gekochte schoenen. 'Mooie schoenen', zei hij na een poosje. 'Si,' antwoordde ik in smetteloos Spaans. 'Italiaanse schoenen?', vroeg hij. 'Italiaanse schoenen', bevestigde ik. Verder wist ik niks. Plotseling betrok het gezicht van de schoenpoetser en staakte hij zijn bezigheden.
Remco Campert
- Tot Zoens 1
Op de Ramblas, onderaan, dicht bij het beeld van Columbus, staan de schoenpoetsers van Barcelona; slordige vrijbuiterige mannen die beschuldigend wijzen naar je schoeisel en er met zware, gebarsten stemmen op aandringen dat je, voor het te laat is, je schoenen laat reinigen. Uit natuurlijke schroom liep ik de eerste dagen van mijn verblijf met een boogje om hen heen of wendde grote haast voor, maar er kwam een dag waarop ik om van het gezeur af te zijn besloot om op zo'n offerte in te gaan.
Margreet Dolman
- Chatslet doet aan cybersex
Ik sta op en voel me vanaf het eerste moment in een agressieve stemming. Hoe komt dat toch? Ik had eerder op willen staan dan ik opgestaan ben. Ik heb door de wekkerradio heen geslapen. Waarom draaien ze ook van die saaie muziek? Het is nu bijna elf uur, de ochtend is al haast voorbij. Ik heb zin in ruzie, schelden en smijten. Waar is mijn ochtendjas? Ik loop zonder kleren naar de keuken, doe de kast open en er is geen muesli. Iets anders? Ik heb nergens zin in. Zal ik gaan chatten?
Paul Biegel
- Het eiland daarginds
Zijn vader was de vuurtorenwachter van het dorp en daarom werd Keesje door iedereen Hoog-Keesje genoemd. Want de vuurtoren was hoog en van rode baksteen, en Keesje stond daar wel eens bovenop als hij met zijn vader mee mocht. 'En wat je daarvandaan allemaal ziet, jongens, dat geloof je niet,' vertelde hij altijd. 'De dominee kijk je zo in z'n bed en bij Hannema hangt een oude fiets in de schoorsteen. Nog uit de oorlog.'.
Roald Dahl
- Ooit en te mimmer 37
Het was zeker dat het vliegen en vechten op grote hoogte en de voortdurende snelle beweging door de lucht bij de piloten leidde tot een uiterst bewustzijn en een extreme gevoeligheid. Het minste stootje, de enkele zweem van een gerucht kon hen uit hun evenwicht brengen. Ze lieten daar niets van merken; een vreemde zou niets vermoeden, maar als je een van hen was en in hun gezelschap, dan wist je het.
Roald Dahl
- Ooit en te mimmer 36
Dit alles kwam niet enkel door het simpele feit dat ze een gevaarlijke strijd uitvochten tegen een superieure vijand. Het lag iets ingewikkelder en subtieler. Het had te maken met het vliegen zelf, met vliegen om te vechten, het van de grond loskomen en weggaan van de natuurlijke omgeving, met alleen zijn hoog in de lucht, met reizen met hoge snelheden, en met je zo snel verplaatsen dat soms de tijd zelf niet meer leek te bestaan en de ruimte iets kleins en meetbaars werd.
Roald Dahl
- Ooit en te mimmer 35
In de dagen van de Slag om Engeland waren de piloten niet in hun normale doen. Ze waren overgevoelig, onrustig, en geprikkeld bij het minste of geringste. Ze waren snel in hun bewegingen en ogen leken nooit stil te staan. Ze vertoonden alle kenmerken van kleine, in het wild levende dieren die voortdurend leven onder de dreiging te worden besprongen door andere, grotere dieren: vlugge, schichtige bewegingen, heen en weer flitsende ogen en een luisterende blik.
Roald Dahl
- Ooit en te mimmer 28
Als je vanuit Londen naar het zuiden rijdt, voorbij de rand van de stad en haar treurige voorsteden, kom je bij een rijke groene landstreek en dat is het graafschap Kent. En als je de hoofdweg volgt die van Londen naar Dover loopt, zul je zien dat ergens aan de rechterkant een groepje van vier voorname drooghuizen staat, dicht op elkaar en in een rij, als de korte stompe vingers van een mannenhand. Een eindje verderop komt een afslag naar rechts, een slecht onderhouden hobbelweggetje.